Acht dagen Mpongwe met de mama's en de papa's - Reisverslag uit Mpongwe, Zambia van Simon & Sofie Monbaliu & De Baere - WaarBenJij.nu Acht dagen Mpongwe met de mama's en de papa's - Reisverslag uit Mpongwe, Zambia van Simon & Sofie Monbaliu & De Baere - WaarBenJij.nu

Acht dagen Mpongwe met de mama's en de papa's

Door: Jan ~ Ba Tata

Blijf op de hoogte en volg Simon & Sofie

10 April 2010 | Zambia, Mpongwe

Excuus

We hebben zeer veel gedaan in deze acht dagen Mpongwe. Wij, dat zijn: Mieke en Luc, de ouders van Sofie, en Micheline en ikzelf, de ouders van Simon. Achteraan in de open bak van de nieuwe auto (ons persoonlijke Mpongwe Sun Center) hebben we projecten en scholen bezocht tot ver in de bush. We reden of liepen naar het ziekenhuis, de vrouwengroepen, de stinkende cel van het politiekantoor. We wandelden door de kleine, verscholen huttendorpjes. We hebben een swingende paasviering bijgewoond en hebben de markt bezocht. De waterpompen, de maïsmolen, de schoolbanken, de onderwijzerswoningen, de schooltoiletten die er door de inzet van Simon en Sofie zijn gekomen, ze zijn allemaal de revue gepasseerd. En vooral: de weeskinderen die dank zij hun inspanningen school kunnen lopen. We hebben hun dankbaarheid gevoeld, hun fierheid ook wanneer ze op het guesthouse hun rapport aan Chongo kwamen tonen.
Toch wordt dit geen gestructureerd en chronologisch reisverslag zoals het in de boekjes voorgeschreven staat. Sorry daarvoor. Dit wordt een poging tot neerslag van wat nu door mijn hoofd spookt: vluchtige gedachten, wazige indrukken, verwarde ideeën, markante beelden, geuren, geluiden en smaken. En er zijn er veel. Te veel. Excuus dus als het wat uitloopt. Neem uw tijd. In Zambia doen ze dat ook...

We kregen, dankzij Sofie en Simon die hier al anderhalf jaar in Mpongwe wonen en werken, een intensief Zambia-bad, zoals een gewone toerist dat niet kan krijgen. Welke domme toerist zou trouwens willen afzakken naar dit kleine Zambiaanse boerenhol, zoals Simon het in één van zijn eerste tekstjes noemde?
We werden onmiddellijk vanaf de eerste dag toegelaten in het hart van het kleine stadje Mpongwe. We draaiden onmiddellijk mee met het (soms trage) ritme en met de hartslag van de Mpongwezen. De eerste voormiddag bezochten we de markt en werden al aan meer dan vijftig mensen voorgesteld. En dat is de hele tijd zo gebleven. Hartelijke mensen. Warme mensen. Arme mensen...
Ik wil geen loodzware conclusies trekken of profetische besluiten. Integendeel. Er zitten meer vragen in mijn hoofd dan antwoorden na deze week Mpongwe. En ik ben daar eigenlijk blij om. Toen ik 30 jaar geleden het concentratiekamp Auschwitz bezocht, schreef ik nogal jeugdig-bombastisch: “Ik weiger voortaan de puntjes te zetten op de i's van mijn gedachten. Ik wil vanaf nu iedere ochtend enkel nog rondlopen tussen de ruïnes van wat ik gisteren dacht.” En zo voel ik me vandaag ook, als het over deze Zambiaanse reis gaat. Wat is geluk? Hoe helpen? Is de Zambiaan eeuwig tot armoede veroordeeld?
Maar oeps, nu dreig ik zwaarwichtig te worden en toch antwoorden te zoeken... Niet doen, Jan!

Mpongwe stinkt

Een choquerende titel doet het altijd, weet ik als ex-correspondent van een Gentse krant. Maar sorry, het is wel zo. Al van op de luchthaven van Lusaka kwam de geur – zeg maar: stank - ons tegemoet en heeft ons gedurende de hele reis niet meer losgelaten. Het went gewoon, zoals de hitte, het stof en de insecten.
De eerste zondag gingen we naar de Paasviering in de Catholic Church of Mpongwe. Een bijna drie uur durend feest met een Mister Kalima die zijn publiek als een betere stand-up comedian aan het lachen bracht, met swingende, zingende en heupwiegende kleurrijke vrouwen en met kinderen die drie uur lang meeklapten, baden en zongen en die vol bewondering naar het spektakel keken. Benedictussen en Leonards aller landen, volg eens een cursus in dat kleine kerkje van Mpongwe. Stijgend ledenaantal gegarandeerd. En dat kunnen jullie best gebruiken.
Het is over die kinderen dat ik het nog even wil hebben. Of preciezer nog: over hun geur. Wij zaten op de eerste rij in de kerk en zij met een dertigtal voor ons op de grond. Het gaf mij alle tijd om het Zambiaanse parfum grondig te bestuderen en te savoureren. Het is een wee geurtje dat zorgvuldig is samengesteld volgens een geheime formule uit een precies afgemeten mengeling van zure melk, vervallen schimmelkaas, oud okselzweet en verse urine. Een paar keer werd de harmonie der geuren tijdens de misviering door iemand grondig verstoord. Ik heb hem achteraf 'het klein venijnig schetenlaterke' genoemd. Ik durf niemand met zekerheid beschuldigen. Maar de zwaarste verdenking valt op dat ene jongetje dat bij ieder muzikaal moment als een volleerde Eric Clapton luchtgitaar zat te spelen. Ze waren hem gegund, die windjes, bij zoveel creatieve inspanning. Maar hij zal het wel moeten leren: het respect voor de vaste harmonie der Zambiaanse geuren.
Het gaat niet om de kinderen alleen. Ze hebben het allemaal, die geur: de fiere onderwijzeres in het kraaknette rode mantelpakje, de student met de Dash-witte polo, de verpleegster in het ziekenhuis. Hun schijnbare netheid wordt ontmaskerd wanneer je hen tot op een meter benadert of hen omhelst. Geloof me: het went bijna onmiddellijk. We hebben al na één dag zonder nadenken kindjes opgepakt, door hun kroezelkop gewreven, mensen geknuffeld en volwassenen omhelsd.
Maar als men het toerisme in Zambia een klein beetje op weg wil helpen, zou ik toch aanraden er in de toeristische folders niets over te vermelden.

De trein der traagheid

Alles gaat traag in Zambia. Tergend traag soms. En er moet in het Bemba zeker een spreekwoord bestaan in de zin van: 'Doe nooit iets met één man, als je het ook met tien kan doen.' Je ziet ze overal: de groepjes mensen die samen iets doen dat je eigenlijk even goed op je eentje zou kunnen. Vijf vrouwen zitten op de markt of langs de weg achter een plank waarop zes hoopjes tomaten te koop uitgestald zijn. Dikwijls zitten ze dan nog langs een verlaten weg waar maar om het half uur één enkele vrachtwagen passeert. Ander voorbeeld: vier vissers staan aan het meer te kijken hoe één of twee anderen het net of de fuiken in het water laten zakken. Daarna blijven ze alle zes toekijken hoe de netten zich langzaam met kleine visjes vullen. Daarna halen twee anderen de netten uit het water.
Er zit geen tempo in deze samenleving. En dat is vriendelijk uitgedrukt. Als Sofie of Simon met een Zambiaan afspreken, zeggen ze: “We meet at 9 o'clock Zambian time” Zo weet iedereen dat ze ten vroegste om halftien op de afspraak moeten zijn. Of nog later.
Het moet een nachtmerrie zijn voor economisten om Zambia te bezoeken. De wonden liggen zo open, de analyses zijn zo gemaakt. Toen ik aan mister Kalima vroeg wat hij zou willen veranderen indien hij president zou worden, antwoordde hij: “I would try to destroy this culture of laziness”, dit cultiveren van de luiheid. En hij lurkte filosofisch aan zijn pint. Is dit het einde van het verhaal? Is 'eigen schuld, dikke bult' het enige antwoord? Gewoon wat harder werken?
Of is dit het verhaal van de kip en het ei? Waar vind je de drive om een tandje bij te steken, als er geen eindmeet is? Was er eerst de onverschilligheid of eerst de uitzichtloosheid?
Ik stelde ook aan mister Kalima de vraag wat hem het meest was opgevallen bij zijn bezoek aan Nederland vorig jaar. Hij noemde, vanuit zijn achtergrond nogal voor de hand liggend: de stiptheid en de efficiëntie. Maar hij zei er kritisch bij; “Ik heb nooit met iemand kunnen babbelen, wanneer dat niet in het programma voorzien was. Er was gewoon geen tijd voor onverwachte dingen.”
Ik heb ze hier ongelofelijk graag gezien, de Zambianen. En ja, als ze één ding op ons voorhebben, dan is het dat ze de tijd maken voor onverwachte dingen. Ik heb nog zelden zo vriendelijke en zo vrolijke mensen gezien. Alleen hun begroeting al: ze nemen er uitgebreid hun tijd voor, met secondenlange zinnen en uitgebreide hand- en duimshakes. Die vrolijkheid, die lach, dat gezang, dat dansen: het werkt zo aanstekelijk en ik begrijp dat Simon en Sofie er verslaafd aan zijn geraakt, aan dit Afrika.
En als ik kleine kinderen van pakweg 8 jaar iedere dag weer tien kilometer of meer te voet zie gaan met hun beduimeld schoolschriftje in een plastic zakje, dan denk ik: wie is er nu lui? Mijn leerlingen die soms een kwartier in de file staan om aan de schoolpoort te kunnen worden afgezet, of deze kinderen. Het is allemaal zo dubbel. Zo moeilijk...

Het ventje

Ik noemde hem steevast 'mijn ventje', want ik ken zijn naam niet. Volgens een vast schema komt hij om de drie dagen de oprit van het guesthouse opgesukkeld. Donkerblauw kostuumpje. Bleke hoed. Anderhalve meter klein. Alles is krom aan hem, behalve zijn onafscheidelijke wandelstok. Hij is 65 jaar, maar ziet er bijna 90 uit. Zijn kleine gitzwarte kopje gelijkt op dat van de mummies uit het oude Egypte die de eeuwen hebben getrotseerd. Hij komt van ver en heeft altijd een klein plastic zakje mee. Daarin steken een paar groenten die hij zelf heeft gekweekt: maïs, tomaten, de laatste keer een kleine pompoen en een vijfentwintigtal boontjes. Simon geeft er hem altijd een correcte prijs voor. Eerlijke wereldhandel. De Oxfam-factor in hem. En dan kondigt het ventje plechtig aan wat hij de volgende keer zal meebrengen. De driedaagse verkoop op het guesthouse is wellicht één van zijn belangrijkste bronnen van inkomen.
Hij heeft de tweede keer dat ik hem zag mijn hele dag goedgemaakt, 'mijn ventje'. Hij kwam van het ziekenhuis, waar hij vernam dat zijn kleinzoontje wellicht malaria had. “At the end of my life, your sun Kaputula is a gift from God for me”. “A gift from God” herhaalde hij nog eens mijmerend-plechtig. “And Chongo also”. Hij vertelde erbij hoe hij bij de voorgangers van onze kinderen zijn groenten niet kwijt raakte. Hoe afstandelijk de verhoudingen soms waren. Mag een papa even een krop in de keel krijgen?
De laatste keer dat ik hem zag heb ik hem, tegen alle richtlijnen van Sofie en Simon in, wat geld gegeven. Goed voor 10 plastic zakjes met zelfgekweekte groenten. En hij vertrok, rechtdoor langs het lange pad, richting Mpongwe City. Ik zal blijven aan hem denken wanneer ik in de Carrefour mijn groenten weeg. Ter wille van dat ene kleine welgemeende zinnetje dat mij zo veel plezier heeft gedaan...

Het knikkend negertje

Het stond bij de slager op de toonbank, toen ik nog kind was. En wellicht ook bij de bakker en in de groentewinkel. Het negertje in plaaster dat nederig-knielend naar de blanke klanten keek. Het zag er heel verzorgd uit, alsof de paters-missionarissen het net in een wijwatervat hadden ondergedompeld. Het negertje was ook zeer netjes in een Westers uniformpje gekleed en droeg een kruisje. 'Voor de missie', stond eronder. En boven dat tekstje was een gleufje. Als je daar een geldstuk in liet vallen – o, wonder van de techniek – dan knikte dat negertje een paar keer met het hoofd. Hoe groter en zwaarder het geldstuk, hoe langer het geknik. Alsof de paters zelf vanuit 'den Congo' daar met een vingerknip het bevel toe gaven.
Het beeld van het nederige kniknegertje heeft me hier niet losgelaten. Blanke man bezoekt de arme negertjes, terwijl ze hem dankbaar knikkend aankijken. De slappe koord tussen welgemeend helpen en paternalistisch neerkijken is zeer dun.
Het sterkst had ik dat ambetante gevoel toen we het Mpongwe Mission Hospital bezochten. We gingen naar de kinderafdeling. Drie grote zalen na mekaar, een tiental bedden per zaal. Op ieder bed een moeder die meestal wezenloos voor zich uitstaarde. Daarnaast een ziek kindje. Dikwijls even wezenloos. We hadden twee zakken mee met knuffels, kleurpotloden, armbandjes. We deelden die driftig rond. De kerstman op bezoek in het broeiend-hete Zambia. Maar de negertjes knikten niet altijd. Soms verscheen slechts een flauwe glimlach. In één enkel geval een brede smile. Ik had zin om mij op een bed te zetten en met moeder en kind te babbelen. Maar de taalbarrière maakte dat onmogelijk. Even was het mij te veel. Het blanke-man-bezoekt-het-ziekenhuisgevoel.
We gingen nog naar de afdeling prematuren. Met een volle zak baby-kleertjes. Ik wilde niet meer binnengaan en suggereerde aan de verpleegster dat alleen de vrouwen dat zouden doen. Ik ging naar buiten, zwaar van slag. Een kwartier later kwamen Micheline en Mieke naar buiten. Met tranen in de ogen. “Een geboorte bij ons is een feest. Maar hier zie je niemand die blij is”, zei Micheline. En ze vertelde dat de soms piepjonge moeders daar ook afwezig voor zich uitstaarden, terwijl de premature en soms zieke baby'tjes hulpeloos in dikke dekens gewikkeld (de Zambiaanse couveuse) op datzelfde bed lagen. Geen bezoek. geen gelach. Geen geschenken of bloemen. Geen technische apparatuur ook
Begrijp me niet verkeerd: ik heb geen seconde spijt van de meer dan honderd kilo geschenken die we dank zij zo veel mensen naar Mpongwe hebben meegesleurd. Het is in mijn geheugen gegrift: de fiere smile van de politieagenten aan de checkpoints met hun Gentse flikkenpet, het gejoel van de kindjes wanneer de ballonnen fluitend uit hun hand vlogen, de reactie van dat ene meisje in Switi Village dat het strooien hoedje van Micheline had gekregen, springend van vreugde naar de andere kinderen liep en zich plots omdraaide en met de breedste smile die ik ooit heb gezien naar Micheline keek en haar duim opstak. Het gaf in ieder geval een veel beter gevoel dan het knikkende negertje
Neen dus, ik heb geen seconde spijt van de vele cadeautjes die we hebben uitgedeeld. Maar naast het medelijden wringt de onmacht. En daarom vraag ik aan al die knuffelbeertjes en Disney-figuurtjes die we in de ziekenzalen van het Mission Hospital hebben uitgedeeld om vannacht alstublieft eens in mijn plaats dicht tegen die zieke kindjes aan te kruipen en hen in het Bemba zacht een sprookje in te fluisteren. Liefst eentje vol hoop en plezier. En willen ze zich dan ook nog even tegen die starende moeders aannestelen en hen duidelijk zeggen dat ik het ook niet rechtvaardig vind dat zij op die primitieve manier medische hulp krijgen? Dat het bij ons op dat gebied een paradijs is en dat ik dat onrechtvaardig vind? Er hoeft niet geknikt te worden...

Chongo en Kaputula

Even tot slot tussen ons. Terwijl niemand ons hoort...
“Dit is de mooiste reis van mijn leven en dat zal waarschijnlijk zo blijven”, zei papa Luc gisteren bij de dagelijkse gezellige zonsopgang om 6.20u met bijhorend koffietje. Ik denk dat het voor ieder van ons vier geldt. We hebben met bewondering gekeken naar de zo vele grote en kleine dingen die jullie hier verwezenlijkt hebben. Fierheid zou een misplaatst woord zijn (dat paternalisme toch) want wat jullie hier gedaan hebben, dat hebben jullie helemaal zelf uit de grond gestampt, met vallen en opstaan wellicht. Chapeau daarvoor.
Ikzelf heb niet alleen verwonderd gestaan over wat jullie hier doen. Ik heb vooral ook met vertedering gekeken naar de manier waarop jullie het doen. Geen missie lijkt het. Geen grote roeping. Geen zelfbevestiging of egotripperij. Jullie doen het gewoon en spontaan omdat jullie de mensen daar in dat kleine Mpongwe zo vreselijk graag gaan zien zijn en dat is zo schoon.. Het spreekt uit ieder woord dat jullie zeggen, uit heel jullie lichaamstaal, jullie blik, jullie lach, jullie kreetjes, jullie knuffels. Het gevaar van het knikkende negertje is zo ver weg in alles wat jullie doen. Het wederzijds respect dan weer druipt ervan af.
“They were the first here who had respect for who we are”, zei Mr. Kalima op een avond vol bewondering (en terwijl ik hier Mr. Kalima voor de zoveelste keer citeer, denk ik: god, wat schep ik toch een fout ernstig beeld van deze man. Van deze zotte kont waarmee ik gelachen en gedronken heb en waarmee ik gisterenavond op zijn Afrikaans geshaket heb en tot op de knieën heb gedanst).
Het afscheid in juli wordt een zeer moeilijk moment. Dat laat zich nu al voorspellen. Jullie laten veel achter in Mpongwe. Maar het zijn mooie en hopelijk blijvende dingen. En ook dit ben ik zeker: ook vele mensen in Mpongwe gaan jullie vreselijk missen. Ze hebben het ons al uitvoerig gezegd.
Vergeet toch niet een paar zaken mee te brengen naar België. Steek wat vonken in jullie handbagage van dat vuur waarmee jullie hier geleefd hebben. Sofie, neem dat stukje Chongo mee naar huis dat in u zit. Dat groot lawijt. Dat extravert-enthousiaste. En dat stukje liefde ook waarmee je je weeskinderen hebt bemoederd. En Simon, doe hetzelfde met de Kaputula in u. De onverwacht-efficiënte organiseerder, de planner, de schrijver, de klusjesman zelfs. Maar ook de warme vent in u die met fonkelende oogjes met Kalima gniffelt of helemaal wegdroomt bij die ene ondergaande zon. Het heeft allemaal heel schone mensen gemaakt van jullie daar in Mpongwe. En dat heb ik gedurende ons verblijf met weemoedige tevredenheid bewonderd. Het geeft aan een papa een zeer goed gevoel. En daarmee vertrek ik hier uit Mpongwe...

Je papa (ook namens mama Micheline, mama Mieke en papa Luc)



Foto's op www.picasaweb.google.be/Mpongwe

  • 10 April 2010 - 17:26

    Sophie:

    Jan,
    je tekst heeft me zonder moeite tot in Zambia geflitst.

    'Mijn' Zambia is al heel lang 'ons' Zambia geworden...
    De herkenbaarheid is zo groot. Ook al is het vier jaar geleden dat ik daar was, er lijkt nog niks veranderd.

    Bij het lezen van je verslag zijn mijn ogen niet droog gebleven. Het zijn tranen van heimwee maar ook van fierheid voor 2 fantastische mensen!

    Liefs x

  • 10 April 2010 - 23:29

    Judith V B:

    Dank je wel lieve papa's en mama's dat jullie deze kinderen zoveel tools hebben meegegeven en dat zij zo zuiver zijn gebleven dat zij dit allemaal in onze wereld mogen brengen. Bravo! Heel goed gedaan!!

  • 11 April 2010 - 06:24

    Martin En Ann:

    respect,veel respect voor alles wat jullie daar doen.dikke knuffel uit Drongen

  • 11 April 2010 - 08:34

    Christel:

    Ik heb me op deze zonnige zondagmorgen voor de laptop van m'n oudste zoon geïnstalleerd om rustig dit zalige verslag te kunnen lezen. Gewoon de tijd genomen om even b ij jullie daar in Zambia te zijn. Mercikes Jan, ik zat voor even helemaal in Afrika!

  • 11 April 2010 - 09:56

    Claudine En Johan:

    Ja Jan, je verslag is echt raak. Dat je kan schrijven weten we al lang. Maar een dergelijke hoop emoties losweken in enkele minuten tijd, straffe kost.

    We voelen ons reeds ondergedompeld in jullie verblijf ginds. Eventjes waren we in gedachte terug op het Oekraïense platteland. Een beetje vergelijkbaar en anderzijds toch weer niet. We zijn benieuwd naar meer details, eens jullie terug zijn.
    Maar één zaak is zeker: jullie kinderen Simon en Sofie doen ginds fantastische dingen. Ze zijn een voorbeeld van wat ontwikkelingshulp zou moeten zijn. En dat dan nog met zeer beperkte middelen. Om het in het schoon Vlaams te zeggen: "CHAPEAU" ! ! !

    Tot spoedig. Breng alvast een flesje Zambia-lucht (geur) mee hé.

  • 11 April 2010 - 14:14

    Isabel Boonaert:

    Amaai, wat een schitterend verslag! Super!

    Alle andere reacties zeggen het ook al en ik kan maar in herhaling vallen... Wat jullie daar allemaal verwezenlijken! Echt mooi! Ontwikkellingssamenwerking zoals het hoort te zijn...

    Ben fier op jullie! Moest ik niet werken?... Ik sprong direct in het vliegtuig!

    Tante Mieke en nonkel Luc, ouders van Simon... Genieten is de boodschap!!

    Verslag aan het typen met Parijs-Roubaix op de achtergrond... :-)

    DIKKE KNUFFEL!!

  • 12 April 2010 - 06:49

    Bea:

    zelf ik ben op het net gaan zoeken en heb jullie gevonden.
    Proficiat !

    groetjes aan iedereen

  • 12 April 2010 - 09:30

    Gilbert:

    Groeten aan allen. Zie ook:www.politiegent.be

  • 12 April 2010 - 12:48

    Barbara:

    Ik heb de eerst regels van je verslag gelezen,Jan, maar ik wil nu eerst het héééle verslag wel doorlezen! Ik denk dat jullie een on-ge-loooflijke reis beleefd hebben!!!Veel groetjes Barbara

  • 12 April 2010 - 13:45

    Barbara:

    Micheline en Jan,
    Mieke en Luc,

    Proficiat aan jullie: de ouders van twee zulke prachtkinderen die hemel en aarde bewegen om voor anderen iets, iets kleins beter te maken.

    Chapeau aan jullie want de weldoeners hebben hun oorsprong bij jullie!!!

    Goh, 5 juli is niet ver meer!!! JOEPIEYEAH!!!

  • 13 April 2010 - 12:57

    Bupe En Chimwemwe:

    Hallo lieve mensen uit Mpongwe! Ondertussen dat wij hard aan ons afstudeerproject aan het werken zijn, begint het gemis naar Zambia langzaam toe te nemen. Vooral na het lezen van dit verhaal, komen de kriebels om terug te gaan alweer naar boven... Wij kunnen ons helemaal voorstellen hoe jullie ouders hebben genoten van alles en iedereen daar in 'jullie' Mpongwe! Ook leuk om te zien dat Michou haar truitje ook goed gebruikt wordt!!

    Heel veel liefs en tot op de gentse feesten, of nog eerder....

    xxx

  • 14 April 2010 - 18:51

    Halina:

    Wat een belevenis, ben al benieuwd om jullie te zien en te horen vertellen. Ik kijk er naar uit!

  • 16 April 2010 - 14:25

    Regina:

    ik kreeg de tranen in de ogen van dankbaarheid voor de mooie mensen die we in onze familie hebben.

  • 17 April 2010 - 16:21

    Anniek:

    Wat een mooi verhaal! De heimwee naar Mpongwe, de mensen en naar Sofie en Simon kwam in alle hevigheid naar boven. En toen ik de foto's bekeek en zag dat Simon het t-shirts droeg wat hij bij ons afscheid kreeg, wist ik niet of ik moest lachen of huilen.
    Ik wens jullie, ouders van Simon en Sofie, een mooie tijd toe in Mpongwe.
    Heel veel liefs voor Sofie en Simon!

  • 18 April 2010 - 08:18

    Nathalie:

    Amaai, als je het verslagje zo leest hebben jullie er inderdaad een onvergetelijk maar ook emotioneel zware reis op zitten.
    Heel mooi en terzelfdertijd zo aangrijpend om te lezen.
    Ik moest onmiddellijk terugdenken aan hoe een jaar geleden 'onze' 20 Ugandeesjes hier verbleven.

    Chapeau wat jullie daar allemaal verwezenlijkt hebben!

    Groetjes

  • 18 April 2010 - 17:58

    Marnix En Sabine:

    intens genoten van dit ontroerende reisverslag
    goede thuiskomst gewenst

  • 23 April 2010 - 09:37

    Lieve (van Fons):

    Woorden schieten tekort om te beschrijven wat ik voel bij het lezen van jullie ervaringen daar. Aan jullie allen CHAPEAU : ik ben fier dat ik/wij dit met jullie heb kunnen delen en meevoelen en ruiken en huilen en lachen. Dikke knuffel x

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Simon & Sofie

Voor de NGO "Geef de kinderen van Mpongwe een toekomst" werken we 2 jaar in Mpongwe, Zambia. Simon staat in voor het projectmanagement van de stichting, Sofie is verantwoordelijk voor het weeskindproject en het guesthouse als income-generating project.

Actief sinds 08 Aug. 2008
Verslag gelezen: 539
Totaal aantal bezoekers 153618

Voorgaande reizen:

30 September 2008 - 05 Juli 2010

Wonen & werken in Afrika

Landen bezocht: